Concurrentiebeding wordt geschorst wegens onvoldoende belang werkgever

Vooraf
Met de komst van de Wwz is de toepassing van het concurrentiebeding voor de meeste banen beperkt tot arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Een concurrentiebeding moet de mogelijkheid van een bedrijf beschermen om met de daarin gevestigde kennis en relaties economisch te renderen. Dit wordt het bedrijfsdebiet genoemd. Ook zonder concurrentiebeding kan een ernstige aantasting van het bedrijfsdebiet onrechtmatig zijn. Tegenover het belang van de werkgever staat het belang van de werknemer om vrij te kunnen werken waar hij wil. Dit moet steeds worden afgewogen.

Casus
Een werkneemster werkt bij een notariskantoor. Na eerst tijdelijk te hebben gewerkt, krijgt zij een contract voor onbepaalde tijd met daarin een concurrentiebeding. Op enig moment vertrekt één van de Notarissen uit de maatschap, waarbij afspraken worden gemaakt over de zaken die hij mag meenemen. Deze notaris vraagt de werkneemster om voor hem te komen werken. De overblijvende notarissen van de maatschap vinden dat dit niet kan wegens strijd met het concurrentiebeding.

Oordeel
De kantonrechter in Middelburg oordeelt op 20 maart 2023 in kort geding op het verzoek van de werkneemster tot schorsing van het concurrentiebeding. Er is sprake van een rechtsgeldig concurrentiebeding. Dit beding is bedoeld om het bedrijfsdebiet van de werkgever te beschermen. Dit gaat om speciale kennis van het bedrijf en bedrijfsprocessen. Het concurrentiebeding is niet bedoeld om een specifieke werknemer te binden aan het bedrijf.
Nu de werkneemster wil gaan werken bij een notaris die eerder ook aan de maatschap was verbonden, valt niet in te zien dat zij kennis meeneemt van de maatschap die niet reeds bij de eerder vertrokken notaris aanwezig is. De kantonrechter acht aannemelijk dat het concurrentiebeding in een bodemprocedure wordt vernietigd. Ook een door de werkgever aangevoerd belang bij het handhaven van het relatiebeding wordt afgewezen.

Advies arbeidsrecht: Concurrentiebeding  – Relatiebeding – redelijk belang

Vindplaats: ECLI:NL:RBZWB:2023:1918