Werknemer meldt aan werkgever: Jij gaat kapot! Ontslag op staande voet blijft in stand

De casus
Een werknemer is in dienst bij een adviesbureau voor de technische arbeidsmarkt. Tijdens arbeidsongeschiktheid ontstaat er discussie over de re-integratie en uiteindelijk een arbeidsconflict. Bij een tweede mediation uit de werknemer bedreigingen aan het adres van de werkgever. De werknemer bevestigt de bedreiging in een Whats-app bericht met de tekst: “Jij gaat kapot”. Diezelfde dag volgt een volgend Whats-app bericht met de tekst: “Dit is mijn reactie op je kut bericht tijdens mijn ziekte. Ik ben woedend denk je macht op mij ui te oefenen idioot”. Daarop wordt de werknemer op staande voet ontslagen.
Als de werknemer het ontslag op staande voet aanvecht, vernietigt de kantonrechter het ontslag op staande voet, maar de kantonrechter gaat wel mee in het voorwaardelijk verzoek tot ontbinding. Als billijke vergoeding wordt loonbetaling over de opzegtermijn toegekend.
De werknemer gaat in beroep en vordert een aanmerkelijk hogere vergoeding. De werkgever reageert hierop door opnieuw de beoordeling van het ontslag aan het Hof voor te leggen.

Het oordeel
Het Hof Den Haag oordeelt in zijn arrest van 1 maart 2022 over deze kwestie. Kern van de uitspraak is dat de werkgever de uitlating “Jij gaat kapot”, in redelijkheid heeft kunnen en mogen opvatten als een ernstige bedreiging. Wettelijk is bepaald dat een ernstige bedreiging kan gelden als dringende reden voor ontslag. Dat de werknemer achteraf meldt dat hij zijn uitlating niet als bedreigend had bedoeld, legt volgens het Hof weinig gewicht in de schaal. De werkgever hoeft een dergelijke uitlating niet te tolereren.
De werknemer moet de door de kantonrechter toegekende billijke vergoeding en transitievergoeding terugbetalen. Hij moet ook de proceskosten van de werkgever over de beide procedures voldoen.

Advies arbeidsrecht: Ontslag op staande voet –  transitievergoeding – billijke vergoeding
Vindplaats: ECLI:NL:GHDHA:2022:638