Werknemer wordt geschorst na melding seksuele intimidatie en aanranding. Schorsing blijft in kort geding in stand


De casus
Een werknemer uit tegenover een vrouwelijke collega dan hij gevoelens voor haar heeft. Zij geeft aan de relatie zuiver professioneel te willen houden. Daarop biedt de werknemer excuses aan. Bij een volgend zakelijk verblijf in het buitenland, zoekt de werknemer opnieuw toenadering. De werkneemster wijst hem opnieuw af en dient een klacht in wegens seksuele intimidatie en aanranding. Daarop wordt de werknemer geschorst.
De werknemer zegt dat de werkgever het incident onzorgvuldig heeft onderzocht en vordert in kort geding dat hij weer wordt toegelaten tot zijn eigen functie.

Het oordeel
De kantontrechter begint met de melding dat een werkgever moet zorgen voor een veilige werkplek. Een klacht over seksueel overschrijdend gedrag moet serieus worden genomen en moet zorgvuldig worden onderzocht. De kantonrechter oordeelt dat er wel wat op het onderzoek valt aan te merken, maar de werknemer heeft belangrijke onderdelen van de klacht met eigen verklaringen bevestigt. Aangetoond is dat de werknemer is doorgegaan met toenadering van de collega, terwijl zij had aangegeven de relatie professioneel te willen houden. De collega was voor haar werk in een afhankelijke positie van de werknemer en hij heeft door aldus te handelen getoond dat hij de door de collega gestelde grens niet wilde respecteren.

De kantonrechter laat de schorsing in stand. Omdat de werknemer passende andere arbeid, waarbij hij de collega niet meer tegenkomt, niet aanvaardt, volgt wellicht nog een procedure gericht op ontbinding.

Advies arbeidsrecht: Schorsing – seksuele intimidatie – goed werkgeverschap
Vindplaats: ECLI:NL:RBAMS:2023:430